Geluk moet je hebben
Tijdens de surveillance in het voorjaar van 1979 kregen wij de mobilofonische melding dat er een “310” was bij de plaatselijke drogisterij. Een “310” was voor ons de afkorting van artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht, wat inhield dat er een winkeldiefstal was gepleegd.
Ter plaatse gekomen werden we aangesproken door de drogist, die ons vertelde dat hij een fototoestel kwijt was, vermoedelijk door een hem bekende vrouw meegenomen. Hij durfde het niet met zekerheid te zeggen, maar het fototoestel had nog op zijn plek gelegen toen deze vrouw nog in de winkel was. Nadat de vrouw enkele kleine dingen had afgerekend en de winkel had verlaten, had hij gezien dat het fototoestel verdwenen was. Nadat de naam en het adres van de vrouw waren opgezocht, werd met de adjudant overleg gepleegd, waarbij hij tot de conclusie kwam dat hij op deze gronden geen Bevel tot huiszoeking af wilde geven. Hij had er echter geen bezwaar tegen om deze vrouw eens aan de tand te voelen.
Zo gezegd, zo gedaan. Met de Patatwaag’n (klinkt toch leuker als surveillanceauto of zoiets) reden we naar de woning van deze vrouw en belden aan. Nadat zij ons open had gedaan en wij hadden gevraagd of we even binnen mochten komen, stonden we even later in de woonkamer van deze woning. Ik vroeg aan deze vrouw of zij toevallig die middag bij de drogist was geweest en wat zij hier had gekocht. Zij antwoordde hierop bevestigend en verklaarde enkele kleine dingen te hebben gekocht. Op dat moment kreeg ik van mijn collega een schop tegen mijn benen. Zijn blik volgende, zag ik op de kast nog net het fototoestel liggen. Indringend vroeg ik nog een keer aan de vrouw of zij daar niets anders had meegenomen. Zij antwoordde hierop ontkennend en begon mij een beetje vuil aan te kijken. Hierop greep ik achter mij het fototoestel van de kast. Aan de reactie van de vrouw, wisten we op dat moment dat de zaak was opgelost. Ze begon hysterisch te gillen en verklaarde dat het niet de bedoeling was geweest, dat ze er spijt van had en dat ze het toestel wel wilde betalen, haar excuses aanbieden enzovoort. Hier hadden wij echter geen boodschap aan.
Zij werd aangehouden en overgebracht naar het bureau. Toentertijd was het niet zo, dat je een winkeldief zo weer de straat opkieperde, zoals dat tegenwoordig de mode is. De vrouw werd uitgebreid verhoord, waarbij wij er van uitgingen dat dit niet de eerste keer was geweest dat ze diefstal had gepleegd. Ook dit keer hadden we het bij het rechte eind, want na een hysterisch verhoor bekende zij regelmatig goederen uit winkels te stelen. Zij verklaarde verder dat niet alleen zij, maar ook haar man regelmatig winkeldiefstallen pleegde. Hij had zich meer toegelegd op gereedschap.
Met dit gegeven gaf onze baas nu wel een huiszoekingsbevel af en opnieuw togen wij naar de woning van deze vrouw. Met het huiszoekingsbevel in onze hand betraden wij de woning, nadat de man des huizes had opengedaan. Deze werd het doel van onze komst medegedeeld en vervolgens aangehouden en overgebracht naar het bureau. In de woning werd een uitzonderlijke hoeveelheid nieuwe goederen aangetroffen, zoals gereedschap, drank, nieuwe kleding en geluidsapparatuur. Goederen die vermoedelijk van diefstal afkomstig waren. Alles werd in de Patatwaag’n gepropt en met de Patatwaag’n tot aan de nok toe gevuld togen we richting de kazerne. Hier werden de goederen uitgepakt en netjes geïnventariseerd, zodat we na het verhoor van beide verdachten, de spullen konden terugbrengen naar de diverse winkeliers in Rijssen.
Tijdens de verhoren van de man verklaarde deze dat het zeer gemakkelijk was om deze diefstallen te plegen. Zo was het hem overkomen, dat hij grote stukken gereedschap op de schouder meenam en al groetend naar het winkelpersoneel naar buiten liep. Beide verdachten legden uitgebreide verklaringen af over de herkomst van deze goederen en nagenoeg alles kon worden teruggegeven aan de rechtmatige eigenaren. Het echtpaar genoot bij ons voor een aantal dagen kost en logies en toen alles aan het papier was toevertrouwd werden ze in vrijheid gesteld en heengezonden met de mededeling dat er een proces verbaal zou worden opgemaakt.