Schiphol

Schiphol

(Ie zult wa denk’n “wat heff  ’n bosjaag’r oet Riessen noe met Schiphol te maak’n? Noe dat zak oe vertell’n)

Mijn mooiste tijd bij de politie in Rijssen was de tijd, dat er nog rijkspolitie in Rijssen gestationeerd was. We waren eigen baas en hadden niets te maken met managers die ver van ons af stonden. We stonden direct onder onze groepscommandant en hadden in feite alleen maar verantwoording aan hem af te leggen. Een minder mooie kant van de rijkspolitie was, dat je behoorde bij een landelijk korps en dat dit korps mensen moest leveren voor landelijke calamiteiten en de beveiliging van Schiphol. Vaste prik was daarom dat je ieder jaar  een aantal weken dienst moest doen op Schiphol. Je werd dan ingezet voor verschillende diensten, zoals bij de beveiliging, commandant van een fouilleringploeg of voor de surveillance op Schiphol. Op zich had ik geen hekel aan het werk op Schiphol, want er was van alles te doen. Wat echter niet zo prettig was, was ons onderkomen in een oude kazerne aan de Sarphatiestraat in Amsterdam. Als de dienst er op zat ging ik daarom veelal naar huis of ik regelde een dubbele dienst en was dan de volgende dag vrij.

Op Schiphol heb ik verschillende dingen meegemaakt. Zo staat mij nog helder voor ogen dat Rob ten Voorde, zijnde een klasgenoot van de politieschool en politieman in Delden, een grap uithaalde waarvan wij dubbel lagen van het lachen. We hadden die morgen een vroege dienst en ėėn van de vaste werkzaamheden was dat we de beveiliging moesten uitvoeren bij de A pier, waarvan in die dagen de vakantievluchten vertrokken naar Spanje en de Canarische eilanden. Het was dan ook altijd een drukte op de A pier voor de plek, waar de passagiers werden gefouilleerd en soms stonden er honderden mensen te wachten op hun controlebeurt.

Achter het apparaat dat de bagage controleerde stonden een paar hokjes, voorzien van gordijnen, voor mensen die gefouilleerd moesten worden. Rob wist ongezien ėėn van de deze hokjes binnen te komen en maakte vervolgens een geweldig kabaal. Het gordijn ging heen en weer, er werd geslagen op de wanden en er werden luidkeels “niet voor herhaling vatbare” opmerkingen geschreeuwd. Dit allemaal in het directe zicht en de nabijheid van honderden wachtenden, die verschrikt naar het hokje keken. Even later ging het gordijn open en Rob stapte in een abominabele toestand naar buiten. Zijn stropdas zat scheef, zijn overhemd hing half uit zijn broek en zijn haar was in de war. Met een kwaad gezicht deed hij het gordijn weer dicht en riep tegen de omstanders: “Zo, die weet er goed van.” Als je op dat moment de gezichten had gezien van alle mensen die nog door de controle moesten, dan hield je het niet droog. Wij wisten namelijk, dat er niets gebeurd was, maar de wachtenden hadden het idee dat er iemand achter de gordijnen was afgedroogd.

Verder haalden we een stunt uit die in feite uit verveling was ontstaan. Voordat er een vlucht vertrok met een toestel van El Al, zijnde een vliegmaatschappij uit Israel, moest er van alles en nog wat gebeuren om terreuracties tegen te gaan. Een van de werkzaamheden was de niet al te leuke taak om met een kogelwerend vest surveillance te doen in de vertrekhal en om daar dan bepaalde vaste posten in te nemen. Het inchecken van de passagiers gebeurde altijd aan het einde van de vertrekhal en alles werd dan hermetisch afgesloten. Omdat tijdens deze diensten alles in de gaten werd gehouden, was het ons opgevallen dat een toilet dat zich in deze zone bevond, herhaaldelijk werd gebruikt door passagiers en wegbrengers. Alle toiletten op Schiphol zijn gratis, maar wij kwamen op het idee om bij dit toilet een tafeltje neer te zetten met daarop een schoteltje. U raad het al, het liep als een trein en bijna elke bezoeker deponeerde een klein geldbedrag op dit schoteltje. Als je hier dan een aantal uren moest posten, dan was het een leuke afleiding om elke keer weer te zien wat de bezoekers van dit toilet zouden gaan doen. Zo zie je dat ook bij de politie kwajongens zitten.

Tijdens een van deze werkzaamheden moest ik samen met een collega een vliegtuig bewaken van Swiss-air. Ik stond achter in het vliegtuig en mijn maat stond voorin. Het duurde maar even of de stewardess vroeg ons of we een hapje wilden eten. “As ’t  feur niks is, dan keuj bie ‘n bosjaagr altied terechte”. Nadat ik mijn collega had geroepen zaten we even later lekker te smikkelen achterin het vliegtuig. Tijdens het eten had ik al opgemerkt, dat er passagiers in het vliegtuig waren gekomen, maar ik kreeg de schrik van mijn leven, toen het vliegtuig begon te taxiën en wegreed van de slurf. We maakte de stewardess duidelijk dat we eruit moesten, omdat we anders grote problemen kregen. Gelukkig was dit vliegtuig voorzien van een trapje onder de staart zodat we, nadat de stewardess aan de piloot had gevraagd om te stoppen, het vliegtuig via dit trapje konden verlaten. Ik zag mezelf al per portofoon melden dat we op weg waren naar Zwitserland!

Ook moesten we gedurende een aantal dagen met een aantal medewerkers van het toenmalige beveiligingsbedrijf Hogeboom controles uitvoeren op de bagage van passagiers. Op het moment gaat dit heel anders dan in de jaren ‘70 en ‘80 van de vorige eeuw. Je werd dan met je ploeg naar een gate gestuurd, waar alle passagiers die in een vliegtuig wilden stappen moesten worden gecontroleerd. Bij sommige maatschappijen gebeurde dit zeer grondig, waarbij alle koffers en handbagage met de hand werden nagekeken. Soms ontstond ook bij deze werkzaamheden grote hilariteit, omdat de medewerkers van Hogeboom niet al te zachtzinnig en klantvriendelijk omgingen met de passagiers. Zo werd alle elektrische apparatuur uit de verpakking gehaald en getest. Hierbij kregen verschillende vrouwelijke passagiers rooie oortjes als hun speelgoed onder het oog van de andere passagiers werd getest.

Tijdens een controle van een vliegtuig, dat naar de USA zou vertrekken, meldde zich een Orthodoxe jood met pijpenkrullen. Hij wilde het koffertje dat hij met een ketting aan zijn pols had vastgemaakt niet openen bij een medewerker van Hogeboom. Deze medewerker melde zich bij mij en vroeg of ik hem wilde assisteren. Ik maakte de passagier duidelijk dat het koffertje geopend diende te worden. Hij weigerde pertinent het koffertje te openen, waarna ik hem mededeelde dat hij dan de reis naar de USA wel kon vergeten. Hij maakte vervolgens een stampij die zijn weerga niet kende, maar wij hadden de opdracht dat alles gecontroleerd diende te worden. De man was zo eigenwijs dat hij het er op aan liet komen en net voordat de deuren naar de gate gesloten zouden worden opende hij het koffertje wat toen gecontroleerd kon worden. In de koffer bevond zich een groot bedrag aan geld en een zak vol diamanten. De man bleek naderhand een handelaar in diamanten te zijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *