Een goede buur is beter dan…
Of is de titel van dit verhaal niet helemaal naar waarheid, zoals het bekende spreekwoord zegt. In de jaren dat ik als bosjaagr Rijssen onveilig of veilig maakte (het is maar net van welke kant het je bekijkt) hebben we tientallen keren moeten bemiddelen in burenruzies.
Er was eens die keer dat een hevig verbolgen man zich kwam beklagen op de kazerne over zijn buurman.”Moj toch es kiek’n, dat is toch gin maneer van doon.” Hij troonde mij naar buiten, waar zijn auto stond. Van de voorkant tot aan de achterkant van de auto was een kras zichtbaar in de lak die tot op het metaal zichtbaar was. Nadat ik de schade had bekeken en een aangifte wilde opnemen, vertelde hij mij het verhaal dat hij in onmin leefde met zijn buurman. Regelmatig werd er over en weer gescholden en maakte men elkaar uit voor rotte vis. Hij verdacht zijn buurman ervan dat hij deze de kras had veroorzaakt. Op de vraag wat de oorzaak van deze onmin was kon hij mij eigenlijk geen duidelijk antwoord geven. De vrouwen hadden een keer een woordenwisseling gehad en dat was volgens hem de aanleiding geweest.
Vroeger waren ze als vrienden met elkaar omgegaan en was het veel prettiger wonen geweest. De aangifte werd opgenomen en er werd een klein onderzoekje ingesteld in de buurt. Er werd rondgevraagd of iemand toevallig soms wat gezien had. Nadat ik had verteld wat er gebeurd was vertelde een vrouw, die een paar huizen verder woonde, mij dat zij had gezien dat een jongen van ongeveer een jaar of 5 met een scherp voorwerp over de auto had gekrast. Zij had hem hierop proberen aan te spreken, maar het knaapje was er tussenuit gepiept. Zij had het knaapje wel eens vaker zien lopen, maar wist niet waar hij woonde. Aan de hand van het signalement kwamen we al gauw uit bij de boosdoener en deze schrok zich te pletter toen we bij hem thuis kwamen. Hij gaf de vernieling snel toe en de gegevens van de aangever werden aan de ouders medegedeeld, die de schade zouden regelen met de aangever.
Uiteraard werd het goede nieuws medegedeeld aan de aangever, die op dat moment in de tuin zat achter een pilsje. Hij was blij dat de dader bekend was en vertoonde enige wroeging ten aanzien van het feit dat hij zijn buurman had beticht van deze vernieling. Op mijn vraag of hij wel eens met de buurman om de tafel had gezeten om het één en ander uit te praten was het antwoord negatief. Hij had daar nog nooit over nagedacht. Op mijn voorstel om dit eens een keertje te doen reageerde hij positief. Direct de koe bij de horens gevat en achterom gelopen naar de buurman die verbaasd opkeek toen hij daar een bosjaag’r zijn tuin zag binnenlopen. Hem werd in het kort het doel van mijn komst medegedeeld, waarna hij zijn verhaal deed. Dit verhaal kwam op hetzelfde neer als dat van zijn buurman en volgens hem was het eigenlijk te gek voor woorden dat hij zo met zijn buren moest omgaan. Ook aan hem vervolgens het voorstel gedaan voor een gesprek. Hij wilde wel, maar was bang dat het ene woord weer het andere aan zou halen en dat hij nog grotere problemen zou krijgen. Om de impasse te doorbreken nodigde ik hem uit om mee te gaan naar de buren. Zo gezegd, zo gedaan en na jaren stonden de buurtjes weer tegenover elkaar, zonder elkaar voor van alles en nog wat uit te maken. Het ijs was al gauw gebroken en buurman A bood buurman B een pilsje aan. Buurman B nam het pilsje aan, waarna buurman B zijn verontschuldiging aanbood wat resulteerde in het feit dat buurman A er zand over heen deed.
Even later kwamen de beide buurvrouwen de gelederen versterken en keken enigszins wantrouwend naar het tafereel dat zich voor hun ogen afspeelde.”Hun kearls saam’n achter ‘t beer? Dat kon toch nie?” Niets was echter minder waar. Beide buurmannen betrokken hun vrouwen in het roken van de vredespijp en na een half uurtje kon ik met een gerust hart vertrekken. Het ijs was volledig gesmolten en wij hebben nooit meer gehoord van de problemen tussen deze buren. Het moraal van het verhaal is dat een kleinigheid soms kan uitgroeien tot een burenruzie. Ga niet eigenwijs met de koppen tegen elkaar staan, maar probeer het uit te praten. Dat kan in veel gevallen, veel narigheid voorkomen. Het kan echter ook anders.
Wat te denken van het feit, dat de buurman spullen bestelt via een postorderbedrijf en deze laat afleveren op naam van zijn buren of dat men een plaatselijke horecaondernemer een tiental karbonades bij een zogenaamd verjaardagsfeestje laat bezorgen, terwijl die mensen van niets weten. Ook hebben we het meegemaakt dat de buurman afluisterapparatuur onder de woning van zijn buren plaatste, omdat hij wilde weten wat die over hem te zeggen hadden.